Voor mensen met hart-, zenuw- en breinaandoeningen kunnen bio-elektronische medicijnen een belangrijk verschil maken. Prof. dr. ir. Wouter Serdijn werkt aan deze piepkleine apparaatjes. Hij is hoogleraar aan de TU Delft en dankzij Medical Delta nu ook aan het Erasmus MC. “Technische disciplines gaan vaak uit van objectieve maten, terwijl geen enkel mens dezelfde is. Het is daarom belangrijk om ook de subjectieve kant in het ontwerp mee te nemen.”
(For English, click here).
In de video hieronder vertelt Wouter Serdijn over zijn Medical Delta hoogleraarschap:
[youtube]https://youtu.be/6SnjVyWWOxo[/youtube]
“Ik werkte altijd al veel samen, maar met mijn benoeming in Rotterdam is dat meer geformaliseerd”, vertelt Serdijn. “Ik heb nu ook het ‘recht’ om daar rond te lopen en zit in de informatiestroom. Deze structuur past goed bij hoe ik gewend ben om te werken. Niet uitgaan van bestaande hokjes, maar samenwerken op een overkoepelend niveau. Medical Delta is een bundeling van geweldige mensen, zowel technisch, medisch als klinisch-wetenschappelijk. De ingenieur, medisch wetenschapper en behandelaar vormen een driehoek. Samen kunnen ze maken wat het beste is voor een patiënt.”
Hoe is je interesse in het medische werkveld ontstaan?
“Voor mijn afstudeerproject werkte ik aan gehoorapparaten samen met een techbedrijf. Ik maakte mee dat iets technisch perfect aan de specificaties voldeed, maar totaal niet om aan te horen was en botste zo tegen de grenzen van het technisch domein. Technische disciplines gaan vaak uit van objectieve maten, terwijl geen enkel mens dezelfde is en een individueel mens is morgen ook weer anders. Het is daarom belangrijk om ook de subjectieve kant in het ontwerp mee te nemen.”
Hoe draag je met jouw kennis van bio-elektronica bij aan medische wetenschap?
“Ik weet niet precies hoe het lichaam in elkaar zit, maar ik kan wel helpen dit te meten, te onderzoeken en te sturen. Ik kan zenuwbanen lezen en schrijven. Een voorbeeld waar we aan werken is mensen met een verlamming helpen bij het terugkrijgen van hun houding bij zitten of staan en een rudimentaire vorm van lopen. Dat kan nu vooral met een rolstoel of andere hulpmiddelen. Maar ik wil weten hoe we de eigen spieren, die nog wel intact zijn maar niet meer worden aangestuurd, weer kunnen aanzetten. Hoe kunnen we de verbinding tussen hersenen en spieren herstellen? We gaan hiervoor binnenkort starten met klinische tests.
Ook wil ik bijdragen aan implanteerbare technologie die iemand zoveel mogelijk onzichtbaar kan meedragen. Bijvoorbeeld het zogeheten cochleair implantaat. Dit apparaatje stelt een doof iemand in staat om te kunnen horen en daardoor ook om spraak te ontwikkelen. Maar deze implantaten hebben nu nog een uitwendig deel. Dit moet je bijvoorbeeld afdoen als je gaat zwemmen of douchen en dan hoor je dus ook niets meer. Ik wil dat verbeteren. Ook kun je met dit implantaat wel gesprekken horen, maar niet naar muziek luisteren. Dat kan zelfs een heel onaangename ervaring zijn. Dat vind ik zo zonde; het is echt een gemis als je niet van muziek kunt genieten. Ook dat wil ik aanpakken.”
Hoe zie je Medical Delta in de toekomst?
“Over tien jaar is Medical Delta een wetenschappelijke hoogvlakte. Met connecties en aanzien in Nederland, Europa en misschien wel de rest van de wereld. Het is het zenuwcentrum van een heleboel activiteiten. Ook de onderwijscomponent speelt daarbij een belangrijke rol, bijvoorbeeld met de opleiding klinische technologie. Daar komen al heel goede dingen en mensen uit voort en ik heb daar hoge verwachtingen van. Want wetenschap is één ding, maar het opleiden van nieuw talent in de gecombineerde disciplines, daar zit de vermenigvuldigingsfactor. Per jaar komen er nu bijna honderd afgestudeerden bij. Die gaan straks een grotere impact hebben dan de Medical Delta hoogleraren van nu. Zij zijn de toekomst.”
Wat is jouw tip voor succesvolle samenwerking?
“Blijf verbonden met waar je vandaan komt. Daar ligt je waarde en je kracht. Je moet een brug slaan, maar blijf trouw aan waar je goed in bent. Ook moet er bij samenwerking een oprechte wederzijdse interesse zijn en je moet er beiden wat aan hebben. Als je naar iemand toegaat en zegt ‘ik heb die techniek van je nodig’ of ‘deze techniek moet een patiënt in’, dat werkt niet. Het kost tijd om te begrijpen wat er aan de andere kant gebeurt en wat de problemen zijn. Je moet ook een gezamenlijke taal vinden. Bij mij is bijvoorbeeld alles recht. De componenten, mijn schema’s. In de biologie is alles krom, bijvoorbeeld cellen, weefsels en organen. Je moet een manier vinden om daarmee om te gaan. In de gedeelde fascinatie voor het probleem vinden we elkaar.”
Door welke andere onderzoeker ben je verrast?
“Door meerdere onderzoekers, maar Chris de Zeeuw van het Erasmus MC verrast mij steeds weer. Het is een belangrijke reden dat ik voor zijn afdeling heb gekozen voor mijn tweede aanstelling als hoogleraar. Hij is een inspirerend leider. Heel goed in zijn wetenschappelijke kennis en hij weet hoe je een groep kan creëren en kansen biedt. Hij ziet het belang van andere disciplines voor zijn eigen discipline en was misschien wel generatie nul van Medical Delta.”
Dit artikel maakt deel uit van een serie waarin we de negen nieuwe Medical Delta hoogleraren uitlichten. Klik hier voor de andere portretten die tot nu toe zijn gepubliceerd. Het onderzoek van Wouter Serdijn draagt onder andere bij aan de wetenschappelijke programma’s Medical NeuroDelta: Ambulant Neuromonitoring for Prevention and Treatment of Brain Disease en Medical Delta Cardiac Arrhythmia Lab.