Category Archives: Neonatology

Student Alberto brengt draadloos monitoren een stap dichterbij

NIEUWS – 19 FEBRUARI 2020

In September 2017 begon Alberto Gancedo aan zijn master Microelectronics aan de Faculteit Elektrotechniek, Wiskunde en Informatica (EWI). Alberto had een grotere ambitie dan alleen afstuderen. Zijn doel was om een klein, draagbaar en goedkoop meetapparaat te ontwikkelen om ongewone hersenactiviteit bij premature baby’s te constateren. Dankzij donaties van EWI alumni kreeg Alberto de mogelijkheid om zijn ambitie waar te maken. Alberto studeerde af op 7 februari 2020 en hij gaf het Universiteitsfonds Delft een update over zijn prestaties.

Nu je bent afgestudeerd, wat is het eerste dat je met EWI alumni wilt delen?
EWI alumni hebben mij enorm geholpen om mijn project naar het punt te brengen waar ik het graag wilde hebben: ik heb bewezen dat een kleine chip de oplossing kan zijn om een betaalbaar en draadloos meetapparaat te ontwikkelen. Dus allereerst wil ik zeggen dat ik dankbaar ben voor de donaties van EWI alumni. Dankzij deze donaties was het voor mij mogelijk om aan de TU Delft te studeren en kon ik dit onderzoek doen aan de afdeling Bioelectronics van de Faculteit EWI.

We zijn benieuwd, wat is er de afgelopen 2 jaar gebeurd?
Mijn leven is best veel veranderd. Eigenlijk was ik niet eens van plan om een masteropleiding te gaan doen. Tijdens mijn bachelor heb ik een stage bij Healthtech B.V. in Delft gedaan. Daar kwam ik in aanraking met de TU Delft en het aEEG project. aEEG staat voor Amplitude-integrated electroencephalogram en tijdens mijn stage begon ik de potentie van dit project in te zien. Met de hulp van Universiteitsfonds Delft kreeg ik de kans om mijn verhaal en ambitie voor dit project te delen met EWI alumni. Ondertussen realiseerde ik me ook dat ik tijdens mijn master graag aan dit project wilde blijven werken. Ik voelde me verantwoordelijk voor dit project en was gemotiveerd om iets te ontwerpen dat babies zou helpen om zich comfortabel te voelen terwijl ze gemonitord worden. Nadat ik de donaties van EWI alumni ontving, bestemd voor mijn project, voelde ik me enorm bevoorrecht en om eerlijk te zijn voelde ik ook een druk om te presteren.

Waar ben je het meest trots op?
Ik heb het aEEG project gebruikt voor mijn master scriptie. Het doel van het project is in de loop van de tijd wel iets veranderd. Toen ik ongeveer een half jaar bezig was met mijn master, zagen ik en mijn begeleider prof. Wouter A. Serdijn de mogelijkheid om het project naar een hoger niveau te tillen: in plaats van de focus te leggen op de ontwikkeling van een nieuw apparaat, zijn we gaan focussen op het ontwerpen van een chip. Deze chip is kleiner dan 1 mm en kan geïmplementeerd worden, samen met een kleine batterij, op een kleine patch. Deze patch is comfortabel om te dragen voor de patiënt omdat het geen bedrading heeft. Deze chip is een unieke en veelbelovende oplossing omdat, zodra het ontwerp is bewezen, het goedkoop kan worden geproduceerd. Maar door deze nieuwe focus moest het onderzoek wel weer van begin af aan opgestart worden en dat was een uitdaging. Ik ben trots om te kunnen vertellen dat ik inmiddels een paper heb gepubliceerd, waarin de resultaten van de eerste iteratie van deze chip worden getoond: het bewijs dat een chip de oplossing is! In oktober vorig jaar heb ik mijn paper op de Biomedical Circuits and Systems Conference in Japan gepresenteerd.

Hoe gaat je chip uiteindelijk baby’s helpen?
Het kostte me meer dan een jaar om de chip te ontwerpen en aan het einde van deze maand verwacht ik de chip van de fabrikant te ontvangen. Ik denk dat het nog meer dan een jaar zal kosten voordat we de patch op patiënten in ziekenhuizen kunnen testen. Zodra we deze fase bereiken denk ik dat het snel kan gaan. Het grote voordeel van deze draadloze patch is dat patiënten zich vrij rond kunnen bewegen terwijl ze worden gemonitord. De patch is niet alleen te gebruiken voor het monitoren van de hersenactiviteit van baby’s, maar bijvoorbeeld ook voor atleten die hun hartslag willen monitoren tijdens het trainen. Een ander groot voordeel van de patch en chip is dat de productie kosten laag zijn. Daardoor is de patch ook geschikt om in ontwikkelingslanden te gebruiken. De patch kan ook gebruikt worden om patiënten te monitoren zonder een dokter in de buurt te hebben.

Wat is je plan voor de toekomst?
We hebben een patent aangevraagd voor de chip en zullen misschien zelf een start-up opzetten. Op het moment is het nog wat te vroeg om dat te zeggen. Ik zal jullie op de hoogte houden!

How Master student Alberto contributes to impact

Master student Alberto Gancedo from Spain got the opportunity, via Delft University Fund, to start his Master’s programme Microelectronics at TU Delft in September 2017. Besides studying, he is also working on his own project ‘Amplitude-integrated EEG measurement system (aEEG)’. Alberto’s goal: to develop a small, portable and cheap monitoring device to detect babies unusual brain activity directly after birth.

When unusual brain activity can be detected at an early stage, than early action can take place to limit or even prevent the damage. Alberto started this project during an internship for his Bachelor study. He now wants to take the project to a higher level and get everything out of it: ‘My motivation? I just love working on a project where the social impact is so clearly present .’

Alberto felt himself at home in the Netherlands almost right away. ‘The best part of the Netherlands is the fact that it is quite easy to adapt to the country, nearly everyone speaks English which makes everything a lot easier. I also really enjoy the multicultural environment and the quality of education at TU Delft.’

During the last couple of months, Alberto mainly focussed on  combining his intensive Master’s programme with working on his aEEG project. By now, Alberto has found a good balance in dividing his hours between studying and working on his project. He has already made progress with his project:

‘As of today, there is a working analog board that is the responsible of the measurements, and a digital board prepared for testing and debugging. Once it can be ensured that the digital board is working as intended, I can start to develop the code for this board in order to prepare it for the live measurements.’

Alberto expects to be able to carry out the first test measurements in the summer of this year. By then, he really hopes to have proof that his system works. Through his supervisor prof.dr. Wouter A. Serdijn, he already has a network of doctors and hospitals in the Netherlands. Once the evidence is there, Alberto will focus on the implementation of his system in a hospital.

Alberto’s aEEG project is made possible by donations from EEMCS alumni, initiated by Delft University Fund. Because EEMCS alumni gave Alberto this opportunity, he can now work towards his goal:  ‘to make the aEEG system available for hospitals in developing countries who cannot afford the current large and expensive measurement systems’.

Copied from: https://www.tudelft.nl/en/2018/universiteitsfonds/how-master-student-alberto-contributes-to-impact/

Getting a helping hand and giving back

Alberto Gancedo

Alberto Gancedo didn’t choose TU Delft so much as he was doing his internship at TU Delft start-up Healthtech. But the university did choose to support him, to allow him to execute his plan, studying microelectronics at Delft University of Technology and working on a super-interesting project at the same time.

Gancedo, originally from Spain, was searching for an internship outside of his home country to complete his bachelor’s degree. Someone he knew from the University of Cantabria, where he was attending, had contact with a start-up company in Delft, called Healthtech B.V. They were looking for an intern to help with the development of an aEEG measurement system. The position fit Gancedo’s skillset and he arrived in Delft in September 2016.

Internship

After the completion of his six month internship, he returned to Spain to defend his bachelor’s thesis. Healthtech, however, was interested in having him return to complete the project’s development. As with many start-ups, however, the company was unable to offer Gancedo a paid position. Instead, they said he could return as an intern, provided he was accepted into a master’s programme at TU Delft.

Fortunately, with Gancedo’s academic background, he was accepted into the electrical engineering master’s programme, in the microelectronics track. While this left him with a place to study and a place to work on his research, it didn’t leave him with enough funds to support himself financially. That was where the University Fund Foundation stepped in.

The University Fund Foundation was established in 1925 to promote the interests of the university. Among other projects, they provide students with grants to conduct research at TU Delft. In particular, they search for projects which are exceptional and to support students who are conducting unique research at the university. The Fund had sent out an email to all of the faculties regarding their grant program, which found its way to Gancedo’s section head (Wouter A. Serdijn). He thought Gancedo’s project fit the bill. After completing an application as well as a series of interviews, Gancedo  was informed he’d won the support which made studying at TU Delft possible for him.

The money goes to support his research on an aEEG measuring system. This product aims to allow doctors to test the electrical signals in the brains of newborns. Currently, only babies who have obvious symptoms of brain damage are monitored. The equipment used for these tests is unwieldy and expensive, which makes it unavailable in the hospitals of many developing countries. Gancedo’s device, if it works, would be portable and significantly less expensive which would allow for wider testing and earlier interventions.

Gancedo recognises that his device would mean a lot to doctors and hospitals with insufficient resources. “The funding has been a great opportunity,” he says.

Personal quote:
“Motivation is everything. In my case, being able to work on a project with such a potential impact while improving my skills is what really keeps everything going when I am stuck. My advice is to always try to find a way to keep yourself excited even when doing the smallest of tasks, it really makes a difference.”

Link to the original article on the TU Delft website

EWI alumni, bedankt!

EWI alumni, bedankt! Alberto Gancedo is net begonnen met zijn master elektrotechniek. Hij heeft een buitengewoon leuke 'studentenbaan'. Met financiële hulp van EWI-alumni en het universiteitsfonds kan hij verder met de ontwikkeling van een draagbaar prototype dat ongewone hersenactiviteit van baby's detecteert, direct na de geboorte. Hij ontwierp dit apparaat tijdens zijn bachelor. Gancedo: "Het is een apparaat dat de hersenactiviteit van de baby op een eenvoudige manier kan meten en makkelijk storingen kan detecteren. Aangezien een baby kwetsbaar is en niet stil kan liggen, is een standaard kapje met elektroden en draden geen optie. Mijn vinding heeft slechts enkele elektroden, waardoor schade vrijwel uitgesloten wordt. Het apparaat moet klein, draagbaar en goedkoop zijn. Alhoewel ik er nog veel werk aan heb, hoop ik voor het einde van dit lesjaar live metingen te kunnen doen in een ziekenhuis." http://tudelft.nl/ewi/actueel/humansof- eemcs/alberto-gancedo

Living better with electroceuticals

Beter worden met ‘electroceutica’by Harry Baggen, in Elektor Magazine, 30 maart 2016, 15:03

Electroceuticals can help combat a wide variety of medical conditions, such as tinnitus (ringing ears) and epilepsy. Electroceuticals comprise the smart, localized and targeted application of therapeutic electrical stimuli to the body. The technological challenge is to make electroceutical devices smarter and smaller.

According to Wouter Serdijn, Professor of Bio-Electronics at TU Delft in the Netherlands, electroceuticals could develop into a new and significant form of medicine, complementing existing pharmaceuticals. The targeted application of electrical stimuli can alleviate many medical conditions and is not limited to brain therapy. The main advantage of electroceuticals over pharmaceuticals is that the effect is localized. Drug act on the entire body, which can easily lead to adverse effects.

Existing electroceutical devices are still fairly bulky, with relatively large batteries and wires. There is also a high degree of trial and error in treatment methods. The aim is to develop a flexible brain implant on a polymer substrate that can serve as a general platform for various electroceutical devices.

Besser heilen mit „Electroceutica“

Electroceutica können helfen, verschiedene Erkrankungen wie Tinitus (Ohrpfeifen) oder Epilepsie zu lindern. Electroceutica bedeuten die intelligente, lokale und gezielte Verabreichung heilender elektrischer Impulse in den Körper. Die technische Herausforderung ist, die dafür erforderlichen Geräte kleiner und intelligenter zu machen.

Nach Wouter Serdijn, Professor für Bio-Elektronik an der niederländischen Technischen Universität Delft, können Electroceutica zu einem neuen bedeutenden medizinischen Mittel statt oder als Zusatz zur bestehenden Pharmazeutik werden. Die gezielte Anwendung elektrischer Impulse kann bei vielen Erkrankungen helfen, nicht nur bei solchen des Gehirns. Der große Vorteil der elektrischen Methode gegenüber der pharmazeutischen ist, dass sie lokal begrenzt sind: Pillen wirken auf den ganzen Körper ein und haben deswegen oft gravierende Nebenwirkungen.

Zurzeit ist die Verabreichung elektrischer Impulse an den Körper noch recht grobschlächtig mit relativ großen Batterien und Kabeln. Zudem funktioniert diese Methode noch in einem hohen Maß nach dem „Trial-and-error“-Prinzip. Das Ziel ist es, ein flexibles Hirnimplantat auf einem Polymersubstrat zu entwickeln, das zur allgemeinen Grundlage diverser Implantattypen werden kann.

Beter worden met ‘electroceutica’

Electroceutica kunnen helpen om allerlei aandoeningen zoals tinnitus (oorsuizen) en epilepsie te bestrijden. Electroceutica betreft het slim, lokaal en gericht toedienen van helende elektrische pulsen aan het lichaam. De technische uitdaging is het slimmer en kleiner maken van de benodigde apparatuur.

Volgens prof. Wouter Serdijn, hoogleraar bio-elektronica aan de TU Delft, kunnen ‘electroceutica’ uitgroeien tot een nieuw en belangrijk type medicijn, naast en als aanvulling op de al bestaande farmaceutica. Het gericht geven van elektrische pulsen kan bij veel aandoeningen helpen, en is niet alleen toepasbaar in de hersenen. Het grote voordeel van de elektrische methode boven farmaceutica is dat het effect lokaal is. Pillen werken in op het hele lichaam en veroorzaken derhalve snel bijwerkingen.

Op dit moment is het toedienen van elektrische pulsen aan het lichaam nog vrij grofstoffelijk, met bijvoorbeeld relatief grote batterijen en draden. Ook heeft de methode nog een vrij hoge graad van trial and error. Het streven is om een flexibel hersenimplantaat te ontwikkelen op een polymeer-substraat dat dan kan dienen als algemeen platform voor diverse typen implantaten.

Elektroceutica: elektronische medicijnimplantaten voor in je hoofd

Epilepsie, tinnitus en alcoholverslaving zijn misschien verschillend, de behandeling kan erg op elkaar lijken. En wel met elektrische medicijnen die je in je hoofd geïmplanteerd krijgt.

Hoogleraar bio-elektronica Wouter Serdijn houdt morgen zijn intree-rede over electroceutica aan de TU Delft. Het woord stamt af van het Engelse ‘electroceuticals’, de elektronische tegenhanger van de ‘pharmaceuticals’, medicijnen dus. Maar dan met een batterijtje erin die de patiënt als implantaat krijgt, meestal in de hersenen.

“Een bekende ziekte is Parkinson. Dan ontstaan tremoren. Die kun je onderdrukken met kleine, elektrische pulsjes. In de arm kun je het ook behandelen, maar dan behandel je de oorzaak niet, zegt Serdijn. “Vaak gaan tremoren gepaard met de aansturing van heel veel verschillende spieren. Dan zou je iemand moeten behangen met elektronica om de plaats waarop het zich openbaart de symptomen te onderdrukken.”

In de toekomst hoopt Serdijn de implantaten kleiner, draadloos en slimmer te maken: “Dat ze echt luisteren naar wat de patiënt nodig heeft”, legt Serdijn uit.

Klik hier voor de link naar het item op BNR Nieuwsradio: http://www.bnr.nl/?service=player&type=archief&fragment=20160330065325240

Slimme stroomstootjes als medicijn

Kleine, draadloze en intelligente implantaten die werken als elektronisch medicijn, dat is de droom van Wouter Serdijn. Serdijn hield deze week aan de TU Delft zijn intreerede als hoogleraar bio-electronica. Hij noemt zulke implantaten ‘electroceuticals’, als tegenhanger van de ‘farmaceuticals’, ofwel pilletjes. Het idee is eenvoudig: waar pilletjes de biochemische activiteit van lichaamscellen veranderen, veranderen electroceuticals de elektrische activiteit.

De moleculen uit een pilletje komen via de bloedbaan in het hele lichaam terecht. De effecten treden niet direct op, zijn niet lokaal en ook niet meteen omkeerbaar. Bovendien hebben pilletjes vaak ongewenste bijeffecten. Maar eeuwenlang was er geen andere mogelijkheid.

Micro-electronica heeft hier verandering in gebracht. Zo kunnen sinds een jaar of tien patiënten met ernstige Parkinson of depressie behandeld worden met een hersenimplantaat dat lokaal in de hersenen elektrische pulsjes genereert. ‘Deze implantaten hebben echter flink wat nadelen’, vertelt Serdijn een dag voor zijn oratie. ‘Ze zijn groot en hebben ook nog eens een grote batterij nodig, typisch iets van zes bij vier bij één centimeter. De batterij wordt nu nog in de borstkas aangebracht. Via draadjes loopt de stroom naar het implantaat in de hersenen. Die draadjes zitten eigenlijk in de weg. Een ander nadeel is dat het implantaat zelf dom is. Arts en de patiënt moeten samen de beste instelling zien te ontdekken. Maar dat is vaak moeilijk en subjectief.’

Chips met een luisterend oor

Serdijn ontwikkelt microchips voor implantaten die niet alleen klein en draadloos zijn, maar ook intelligent: ‘Onze chips zijn slechts twee bij twee millimeter groot, vooral doordat we de pulsgenerator veel kleiner hebben kunnen maken. Ze verbruiken veel minder stroom en daardoor volstaat een kleinere batterij. Bovendien is de batterij oplaadbaar. Ik stel me voor dat deze in de toekomst draadloos wordt opgeladen door een spoel in een intelligent kussen, terwijl de patiënt ligt te slapen.’

Nieuw is dat de chip lokaal luistert naar de therapeutische behoefte en daarop zijn gegenereerde pulsen afstemt. Serdijn geeft het voorbeeld van de behandeling van oorsuizen: ‘Bij sommige patiënten onderdrukken elektrische pulsen de klachten. Nu gebeurt die behandeling nog subjectief. De patiënt moet zelf aangeven wat hij hoort en of er verlichting is opgetreden. Een slim implantaat meet het signaal op de gehoorschors, genereert elektrische pulsjes en meet tegelijkertijd hoe goed het effect is. Idealiter werkt het implantaat alleen op de momenten dat het nodig is en in de hoeveelheid die nodig is. Het implantaat denkt als het ware mee. Electroceuticals houden automatisch rekening met het feit dat ieder mens anders is en dat de toestand van een persoon in de tijd verandert.’

Fijnregelen met schokjes

Behandeling met slimme stroomstootjes hebben de eerste positieve resultaten opgeleverd in de behandeling van epilepsie bij muizen. Serdijn werkt ook samen met de Belgische hoogleraar neurowetenschappen Dirk de Ridder in de behandeling van alcoholverslaving. De implantaten hoeven ook niet beperkt te blijven tot de hersenen, zegt Serdijn. ‘Elk weefsel dat gevoelig is voor elektriciteit, dus ook spieren en organen, kun je met electroceuticals beïnvloeden. Een paar jaar geleden is bijvoorbeeld aangetoond dat elektrische stimulatie ook een aandoening als reuma kan onderdrukken.’

Serdijn ziet electroceutica niet als vervangers van de klassieke farmaceutica, maar als aanvulling. ‘Electroceutica zijn vooral geschikt voor aandoeningen die hun oorsprong op een specifieke plek vinden. Met farmaceutica kun je als het ware de biochemische basiswaarde van het lichaam veranderen en daarna kun je heel lokaal met electroceutica de boel fijnregelen.’

Op dit moment zit het onderzoek naar electroceutica nog in de fase van dierproeven. ‘Voordat hier goedgekeurde behandelingen voor mensen uit komen, zijn we jaren verder’, besluit Serdijn.

Bennie Mols vertelde ook over dit onderwerp in het radioprogramma De Ochtend: Stroomstootjes in plaats van pillen

Beter worden met ‘electroceutica’

Electroceutica kunnen helpen om allerlei aandoeningen, zoals tinnitus (oorsuizen) en epilepsie, te bestrijden. Dat zegt prof. Wouter Serdijn in zijn intreerede als hoogleraar bio-elektronica aan de TU Delft op woensdag 30 maart. Electroceutica betreft het slim, lokaal en gericht toedienen van helende elektrische pulsen aan het lichaam. De technische uitdaging is het slimmer en kleiner maken van de apparatuur.

Minder bijwerkingen

Volgens prof. Wouter Serdijn kunnen ‘electroceutica’ uitgroeien tot een nieuw en belangrijk type medicijn, naast en als aanvulling op de al bestaande farmaceutica. Werken farmaceutica op een chemische wijze in op het lichaam, electroceutica doen dit op een elektrische manier.
Electroceutica dienen helende elektrische pulsen aan het lichaam toe op een slimme en gerichte wijze, vooral voor aandoeningen die hun oorsprong vinden op specifieke plaatsen, in bijvoorbeeld de hersenen.Het gericht geven van elektrische pulsen kan bij veel aandoeningen helpen, en is zeker niet alleen toepasbaar in de hersenen. Het grote voordeel van de elektrische methode boven farmaceutica is dat het effect lokaal is. Pillen werken immers in op het hele lichaam en veroorzaken derhalve snel bijwerkingen.

Slimmer en kleiner

Serdijn ziet electroceutica nadrukkelijk als aanvulling op ‘gewone’ medicijnen. ‘Het gaat om het vinden van de perfecte combinatie  tussen electroceuticals en conventionele medicatie. Op dit moment is het toedienen van elektrische pulsen aan het lichaam nog vrij grofstoffelijk, met bijvoorbeeld relatief grote batterijen en draden. Ook heeft de methode nog een vrij hoge graad van trial and error.’

Een chip in zijn meet-behuizing voor het uitlezen van de neurale signalen tijdens en direct na het elektrisch stimuleren, door Cees-Jeroen Bes, in samenwerking met LUMC-KNO. Ondersteund door STW, TMSi, AB-Sys and HealthTech.

Er zijn daarom twee technische hoofddoelen, zegt Serdijn. ‘De uitdaging is het kleiner (dus ook makkelijker implanteerbaar) én slimmer maken van de apparatuur. Dat slimmere zit hem vooral in het meten van de toestand van en het aanpassen van de therapie aan een individuele patiënt. Dit patiënt-specifieke element is heel belangrijk. Want niet alleen is iedere patiënt anders, de toestand van iedere individuele patiënt varieert ook nog eens in de tijd. Door dit te meten en terug te koppelen kunnen we veel gerichter de juiste therapie instellen.’

Concreet is het doel om een flexibel hersenimplantaat te ontwikkelen op een polymeer-substraat. Dat implantaat dient dan als algemeen platform voor diverse typen implantaten.

Tinnitus

Volgens Serdijn is het (potentiële) toepassingsgebied van electroceutica zeer breed. ‘Het kan bijvoorbeeld worden ingezet voor de behandeling van onder meer tinnitus (oorsuizen), epilepsie, het syndroom van Tourette en bepaalde verslavingen. Op deze gebieden worden nu ook al successen geboekt.’
‘Neem tinnitus als voorbeeld. Wereldwijd hebben meer dan 500 miljoen mensen hier last van. Sommige patiënten kunnen worden geholpen via elektrische pulsen. Nu gebeurt die behandeling nog subjectief’, zegt Serdijn. ‘De patiënt moet zelf aangeven wat hij hoort en of er enige verlichting als gevolg van de stimulatie is opgetreden. Intelligente electroceuticals kunnen de doelmatigheid van de toegepaste therapie continu monitoren en deze aanpassen aan de behoeften van de patiënt, zelfs wanneer deze alweer op de terugweg is van het ziekenhuis.’

Symposium

Uiteraard vinden de technische ontwikkelingen plaats in nauwe samenwerking met artsen. Dit komt ook tot uiting in het symposium dat op de dag van de intreerede van Serdijn wordt gehouden. Medical Delta partners ErasmusMC en LUMC zijn goed vertegenwoordigd in het programma. Tijdens het symposium wordt bio-elektronica besproken vanuit een technologisch, een medisch, een klinisch, een industrieel en een maatschappelijk perspectief. Vijf vooraanstaande sprekers van het ErasmusMC, het LUMC, de Dunedin School of Medicine en een biomedisch bedrijf behandelen deze thema’s.
Meer informatie
Het symposium en de intreerede van prof. Serdijn.
Contact
Wouter Serdijn, prof. bio-elektronica TU Delft, W.A.Serdijn@tudelft.nl, +31 (0)15 278 1715.
Claire Hallewas, persvoorlichter TU Delft, c.r.hallewas@tudelft.nl, +31 (0)6 4095 3085.

Electronics in Neonatology

Bij Rico van Dongen, honorary member of the Bioelectronics Group

An Electronic Fetal Monitor, also known as cardiotocograph (CTG), to record the fetal heartbeat and the uterine contractions during pregnancy

On December first of last year I became the proud father of a baby boy, Wouter. Unfortunately, the pregnancy and birth did not go according to plan and my wife and I were exposed to a long period of hospitalization and a lot of medical devices.

It all started October last year when my wife was hospitalized with pre-eclampsia, a form of pregnancy related high blood pressure. The fact is there is no cure or proper treatment for this besides inducing labor and abort the pregnancy. Being only 25 weeks pregnant at the time the survival changes of the baby are already quite good thanks to modern neonatology, but certainly not without complications.

Obviously the best path for our unborn child was to extend the pregnancy for as long as possible and try to control the high blood pressure with medication. Two months of intensive hospital care and almost weekly increasing dose of medication followed.

The heartbeat of our baby was monitored daily by means of cardiotocography, CTG, to check if he could still handle the high dose of medication. The resulting graphs were, according to the doctors, sub-optimal. This resulted in the fact that my wife was connected to this CTG machine for up to 4 hours a day before the doctors were confident again that our baby was stable.

As a father confident in the strength of our child I soon blamed the machine for this sub-optimal picture. It was not long before we realized that almost all drops in heartbeat correlated with movement of the baby. As an engineer, my hands were itching with the urge to re-write the software of this machine and add an additional graph with signal quality to the output.

Weeks of endless CTG and blood pressure medication passed. By the time of the 30st week of pregnancy oral medication was nog longer sufficient and the real heavy stuff was administered through IV drip. Two weeks passed until there was no other option than to abort the pregnancy.

Although usually inducing labor is not successful at this early terms my wife managed to pull it off and finally our son was born. Although weighing only 1417g it was a strong guy that could already breath on his own. He spent only one night at the intensive care for observation before we could move him to the high-care section.

The good news only lasted half a day. After a routine ultrasound of the brains the doctors discovered a massive hemorrhage. His right ventricle was half filled with blood and the left completely filled. At the left side there was already sign of damage to brain tissue. The damage concentrated to the connections from the motor cortex to the central nerve system. The neonatologist explained to us that bleedings at premature born babies are not that uncommon, the strange thing about our case was that the bleeding already occurred before birth. Luckily the human brain, and especially the undeveloped brain of babies, is capable of finding new connections and avoid damaged regions.

There is a chance that we won’t be able to notice anything abnormal in the way our baby moves but it was clear that our days of worrying and hospital visits were long from over. But first things first, being only 1417g our boy needed to gain strength in an incubator.

The incubator is, again, a collection of medical electronics where the engineer in me would love to make some improvements. Take for example the electrodes used for monitoring the heartbeat and the sensor for measuring blood oxygen saturation. I’m not sure if it was the way of handling our baby but somehow the leads always seemed to be tangled. Small wireless sensors would be very helpful in this situation. Perhaps this is a good use for low power ultra-wide-band technology. On the other hand, it is nice to see the designers already took some effort making the electrodes fit in to the cuddly baby environment by printing cute teddy bear pictures on them.

Another one and a half month passed before out baby boy was strong enough to leave the hospital. As a final check an MRI was made. It clearly showed the damaged regions but also that the brains developed normal and that the remaining blood was gradually cleared away. At this point he is just like any other baby. There is nothing wrong with his ability to cry us awake during the night or to kick off his socks. Nevertheless, his development will be closely monitored with perhaps even more electronics.

I guess my messages to other biomedical engineers is first of all, keep up the good work. Until you need the electronics we design you don’t really realize how valuable our work is. Secondly, I think it would be helpful to try to evaluate the design from the viewpoint of the patients and medical personnel that are using your products.

Rico van Dongen, Febr. 6, 2016

Baby Wouter van Dongen

Baby Wouter van Dongen